GROND.

De velden van Van den Borne liggen op Kempische bosgronden, 20% in Nederland en 80% in België. Ideale grond voor gewassen zoals aardappelen, rogge, haver, gerst en suiker- of voederbieten. Toch brengen deze gronden twee uitdagingen:

• • Wateroverlast
• • Verdroging

Om deze problemen te beheersen, beregenen we zo’n 50% van ons areaal.

Kenmerken van onze bodem

De meest voorkomende bodemsoort is de Veldpodzolgrond. Deze bodem ontwikkelt zijn opvallende gelaagdheid doordat mineralen met regenwater uit de bovenste lagen wegspoelen en dieper in de bodem neerslaan. Podzolbodems zijn niet erg vruchtbaar en vooral te vinden in het zandlandschap. Andere kenmerken:

• • Leemarm, zwak lemig fijn zand
• • Humushoudende bovenlaag (teelbare zone) gemiddeld 25 tot 30 cm diep
• • Donkergrijs tot zwart van kleur
• • Gemiddeld humusgehalte van 1-4%

Deze gronden bestaan merendeels uit jonge heideontginningen, die na de invoering van drijfmest in gebruik zijn genomen. Sommige percelen dateren zelfs uit de negentiende en twintigste eeuw, toen grote oppervlakken beplant werden met dennen.

Teelbare zone: Variatie bepaalt de aanpak

De teelbare zone – de vruchtbare bovenlaag – verschilt per perceel aanzienlijk: van 20 cm tot soms wel 80 cm diep. Dit beïnvloedt onder andere hoe we compost toepassen.

Een perceel met een organische stof van 3% en een teelbare zone van 80 cm bevat immers méér organische stof dan een perceel met 5% in slechts 20 cm.​

Lees verder